Testez votre néerlandais Bonjour et bienvenue dans notre test de niveau en néerlandais! Ce test est composé de courtes réponses libres et de choix multiples. Il est composé de 35 questions et d'une question de production libre. Vous avez 20 minutes pour compléter ce test. Attention, ce test nécessite un équipement audio. Bon travail! Nom et prénom Email Téléphone Si vous êtes un professionnel, veuillez indiquer votre employeur 1. Elisa (joue) basketbal in een club. 2. Normaal is basketbal eerder (plutôt) een sport voor _____ mensen. kleine groot grote klein 3. Elisa is 1,68 meter en toch is ze een belangrijke speelster in team (dans son équipe). 4. Basket is voor haar (toujours) een passie geweest. 5. Ze begon met basket op zesjarige leeftijd. Vandaag ___ (elle a) dertig jaar oud. autre proposition ze is is ze 6. Ze heeft al bijna (mille, en toutes lettres, pas en chiffres) competitiematches gespeeld. 7. En elke match _______ ze speelt, speelt ze om te winnen. wat / die dat 8. Maar binnenkort (doit) Elisa stoppen met basket. 9. Waarom? Omdat ___ ze is zwanger. ze kan geen basket meer spelen. ze zwanger is. ze wil een baby. 10. Maar ze weet het nu (déjà): 11. ______ de bevalling zal ze opnieuw basket gaan spelen. na daarna nadat naar Indication 12. Het leven (sans) basket is voor Elisa ondenkbaar 13. Haar passie voor die sport ___ (lui donne aussi) de nodige motivatie om Nederlands te leren… geeft haar ook hem geeft ook geeft hem ook hij geeft ook 14. … want later wil ze trainer (devenir). En waarom niet in een Vlaamse club. 15. Maar dit is wel voor later. Ondertussen concentreert ze ___ op de komst van haar baby’s. elkaar zich ze haar 16. Elisa is een beetje angstig ___ ze verwacht eigenlijk een drieling! zodra want als aangezien 17. Het zal ___ gemakkelijk zijn; dat weet ze. zeker geen niet altijd meer te veel 18. Elisa’s leven zal ___ hetzelfde zijn. geen meer niet meer nog niet nog geen 19. Binnenkort (dit jaar nog of begin _____ jaar) zal haar leven veranderen. vorige volgende volgend vorig 20. Gelukkig ___ ze goed omringd. word zal kan wordt 21. En, toeval of niet, ze weet (ce que) het is om een drieling thuis te hebben. 22. Ze is inderdaad de ___ uit een gezin met vier dochters… ouder eerst oudste ouders 23. … en haar drie zusjes zijn precies op (le même jour) geboren! 24. Ze zijn ondertussen 22 jaar oud en net ______. afgestudeerd diploma trouwen verjaardag 25. De ene wil (comme) kapster werken. 26. de andere heeft een job in een multinational (trouvé) 27. en de derde is van plan ________ zelfs. dezelfde. voor de kinderen van Elisa zorgen. een wereldreis te maken. 28. Elisa vindt het leuk dat haar drie zussen _____ geen plannen hebben hebben plannen. hebben geen plannen. plannen hebben. 29. Voor Elisa is de (choix) van de meters duidelijk: Indication 30. haar zussen zullen ___ rol perfect bekleden. geen niet mischien die 31. Maar ze weet niet (si) haar zussen zullen accepteren. 32. Dit is niet dringend. Daar heeft ze nog tijd ___. denken van nadenken voor 33. Onlangs heeft Elisa dit in de krant gelezen: “De leeftijd waarop vrouwen in Vlaanderen kinderen krijgen, blijft ___. Gemiddeld komt het eerste kind nu pas op 29 jaar. Een vrouw op de tien is 35 of ouder bij haar eerste bevalling.” dalen stijgen toegenomen afgenomen 34. Elisa et son mari ont déjà choisi un prénom pour un de leurs 3 enfants à venir : , le prénom féminin le plus populaire de cette année, d’après l’extrait qui suit. https://polyac.be/wp-content/uploads/2018/12/Populairste-voornamen.mp3 35. Interpellée par les résultats d’une étude (cf. extrait sonore), Elisa incitera ses enfants à suffisamment. https://polyac.be/wp-content/uploads/2018/12/Bewegen.mp3 36. Wat weet u over Elisa? Veuillez saisir le texte repris dans l'image ci-dessous. Time's upTime is Up!